Pagina's

zaterdag 23 mei 2015

Een basisschool te Ferwâlde


























Toen op een basisschool te Ferwâlde
de twééde juf van een kind bevâlde
stond er, hoe leuk het ook was,
géén juf meer voor de klas,
waar de inspectie dus stevig van bâlde.

Kijk ook op samenuitenthuis, weblog van een wandeling.

vrijdag 22 mei 2015

The usual suspects




















Uit de serie: Geen Kunst 
Voor een bezichtiging van de gehele collectie, volg de gids

vrijdag 15 mei 2015

Multikul

Er bleef eigenlijk maar een smal stukje stoep over, voor de supermarkt, tussen de gestalde fietsen en de geparkeerde auto’s. Té smal, dat zag ik meteen.
Van één kant kwam een jongen met een maar nauwelijks gevuld, en op de ongelijke stoeptegels moeilijk bestuurbaar winkelwagentje. Het was een jongen van een jaar of dertien, veertien.. twaalf.. en hij zag eruit als jongens van die leeftijd eruit zien: gympies, afgezakte broek, t-shirt met letters en een leren jekkie. Als je hem moest omschrijven zou je er nog bij zeggen: het was een Turkse jongen, al was hij waarschijnlijk gewoon in Nederland geboren.
Hij had een boodschapje moeten doen, voor zijn moeder, en daar had hij geen zin in gehad, dat was duidelijk te zien. Met puberale overdrijving hield hij het hoofd, het hele bovenlijf mismoedig over zijn kar gebogen, alsof de boodschap het laatste van zijn krachten had gevergd. Met zijn blik terneergeslagen op de stoep zag hij niet wie er van de andere kant kwam.
Ik zag het wel.
Het was een nog net niet bejaard maar hoogstwaarschijnlijk wel gepensioneerd echtpaar met een grote boodschappentas. Het was een zéér Nederlands echtpaar. Ze waren volledig opgetrokken uit oerdegelijk beige, makkelijke schoenen en praktisch haar. Het was de generatie van wie vaak gezegd wordt dat die ons land met eigen handen heeft opgebouwd. In hoogsteigen persoon.
Breeduit liepen ze naast elkaar, over de hele stoep, en keken fier, recht door zee vooruit. Ze zagen de jongen, de Turkse jongen, dan ook ruim van tevoren al aankomen, met zijn bijna lege kar en zijn neergeslagen blik op oneindig, maar daar gingen ze niet smaller van lopen. Dat waren ze níet van plan. Het was hún stoep, tenslotte. Tenminste, dat vermoed ik.
Hé! Aap! Riep de vrouw van het echtpaar, vlak vóór de aldus nog maar nét vermeden botsing. Kun je niet úitkijken of zo?
De jongen keek geschrokken op uit zijn sombere overpeinzingen.
Ben jij wel goed bij je hóófd? Viel de man zijn vrouw eensgezind briesend bij. Waarom loop je récht op ons af?
De jongen wist het ook niet. Hij sputterde iets van sorry, wat voor een puber nog vrij beleefd is, en dat hij naar de grond keek, toch? Dat hij ze daarom niet aan had zien komen, de meneer en de mevrouw.
Het echtpaar verdween onverminderd verontwaardigd, op hoge poten mopperend de supermarkt in, met hun nog lege grote boodschappentas.
De jongen ging nog even mismoedig naar huis, naar zijn moeder, met de vergeten boodschap.
En zo was ík dan dus, héél in het klein, getuige van het multiculturele drama, waar de laatste jaren zoveel ophef over is, in ons land.


Dit stukje stond al eerder op dit weblog. Ik las het deze week voor op de lokale radio, als column van de week.