Pagina's

maandag 15 januari 2018

Identiteit per dozijn






Mijn vrouw had mij een nieuw vest gekocht. Een zwart vest van joggingstof, grijze nepvacht aan de binnenkant, ritssluiting, elastieken boorden en een capuchon. Dertien in een dozijn, zeg maar. En dat klopte ook want zo’n vest had ik al. Precies hetzelfde en zo goed als nieuw. Ik had het zelfs aan. Toch hoefde het niet terug naar de winkel want mijn jongste zoon wilde het wel hebben. Gewaagd natuurlijk, hetzelfde vest als je vader, maar blijkbaar vindt hij dat geen probleem, wat ik als compliment wens op te vatten, jazeker.
Nu gingen we samen op museumbezoek en hadden we ongemerkt allebei ons vest aan gedaan. Het zelfde vest dus. Gelukkig verruilde ik het mijne net voor vertrek voor een ander, omdat dat warmer was, anders hadden we ons zeker ongemakkelijk gevoeld bij de fotonotities van Hans Eijkelboom, want die bezochten we, in het Haags Fotomuseum.
Voor wie het verschijnsel niet kent, voor zijn fotonotities neemt Hans Eijkelboom zijn camera mee naar een winkelstraat ergens ter wereld en fotografeert daar een uur, of twee uur, voorbijgangers. Zijn scherp observerend oog ontwaart dan al snel een soort van thema, waar hij op focust en zo heeft hij binnen de kortste keren een serie van twaalf, vijftien of zelfs wel achttien foto’s van mensen met hetzelfde soort jas, of hetzelfde soort tas of ongeveer dezelfde gestreepte trui, waardoor het al snel lijkt of iedereen er precies hetzelfde bijloopt. Hij begon daarmee in 1992 en is er tot op heden niet mee opgehouden, het is wellicht ook zijn bekendste werk, dus een groot deel van de expositie is ermee gevuld. Aan twee flinke wanden hangt de serie blikveldvullend lijst aan lijst, vier rijen hoog vanaf de plint en maakt zo blijmoedig korte metten met het idee dat wij mensen individuen zijn. Al doen we nog zo ons best op onze eigen stijl, onze persoonlijke edgy touch, onze zelfgekozen afwijkende identiteit.. we zijn en blijven dertien in een dozijn.
Niet dat Hans Eijkelboom daar verder iets over wil zeggen, laat staan er een oordeel over wil vellen, nee, hij constateert het alleen. Met verwondering, misschien. Met een milde glimlach, hooguit. Hij ziet de humor er wel van in, lijkt het. En anders wij wel, de bezoekers. Er wordt tenminste wat af gegrinnikt en gegniffeld. Meer dan eens stelt iemand vast dat hij of zij hier of daar zó tussen zou kunnen staan. En mijn zoon en ik zullen zo origineel niet zijn dat wij dat niet ook al hardop hadden bedacht.
Dat dit zo’n langlopende serie is, heeft als aardig en misschien onbedoeld bijverschijnsel dat je door de jaren heen het modebeeld ziet verschuiven, wat ook een gedeelte van het gegniffel zou kunnen verklaren. Aan het begin zie je de jaren tachtig langzaam en terecht wegebben, verderop zie je de witte kuitbroek dan weer onterecht haar intrede doen, je ziet de bodywarmer komen en gaan, de opkomst van het korte rokje over de legging, de wonderbaarlijke terugkeer van de baard.. en alles in twaalf of nog meervoud.
Nog een misschien niet ter zake doend inzicht dat zich luidruchtig opdringt is dat wij Nederlanders ons over het algemeen niet heel stijlvol kleden, om het zacht uit te drukken. Mijn hemel, wat een smakeloze hobbezakkerigheid staart ons hier en daar in veelvoud aan. Daar mogen we ons best een beetje voor schamen. Als dít onze vaderlandse culturele identiteit is waar zoveel over wordt gesproken, dan kan het misschien wel een tandje minder. Maar goed, dat is een persoonlijk terzijde.
Zeer de moeite waard is ook de dame in het publiek die met een lange, beige, gewatteerde nylon jas, oranjerood gestifte lippen, pancakekleurig gelaat en het haar geblondeerd en slordig opgestoken onbewogen staat te kijken naar een lijst met daarin vijftien dames met een lange, beige, gewatteerde nylon jas, oranjerood gestifte lippen, pancakekleurig gelaat en het haar geblondeerd en slordig opgestoken. Er móet iets door haar heen gaan, denken wij, maar ze laat het niet merken.
Voor ons onderstreept het en passant wel een andere observatie, namelijk dat het niet alleen de één of twee kledingstukken zijn die de onderlinge gelijkenis maken. Het gaat verder dan dat. Vaak hebben de mensen binnen een serie ook een zelfde soort kapsel, met een zelfde soort zonnebril er op gelijke wijze ingestoken, een vergelijkbare houding, postuur, gelaatsuitdrukking, een zelfde mate van verzorging, een eendere uitstraling. Kiezen we kleding bij onze vermeende identiteit, of komt de identiteit met de kleding die we kiezen?
Daarover gaat het ook in het oudere en misschien wat minder bekende werk van Hans Eijkelboom, dat in de andere helft van de expositie wordt getoond. De serie bijvoorbeeld waarin een tiental vrouwen gevraagd wordt zo nauwkeurig mogelijk hun ideale man te omschrijven en daarbij op een foto aan te geven wat er aan het gezicht van Hans Eijkelboom zou moeten veranderen om dat ideaalbeeld te benaderen. Vervolgens probeert deze, met behulp van grimeur en kapper, met pruik, plaksnor, valse baard en kleding zoveel mogelijk te gaan lijken op het door de vrouwen omschreven ideaalbeeld. Als resultaat hangen er tien even levensechte als verschillende versies van Hans Eijkelboom die niet of nauwelijks op elkaar lijken en waarin de enige echte ook alleen nog maar zeer vagelijk is te herkennen.
In de serie ‘Met mijn gezin’ is die dan weer wel heel duidelijk te herkennen. Tenminste, zo op het eerste gezicht. Als trotse, jonge vader neemt Hans Eijkelboom hier grijnzend plaats in verschillende gezinnen. Naast steeds een andere breeduit lachende moeder en met andere vertrouwelijk tegen hem aan leunende kleuters, in steeds een ander interieur. Allemaal even geloofwaardig, dus wil de echte echte Hans Eijkelboom nu opstaan? 
Zo bestuderen we glimlachend en elkaar aanstotend nog veel meer fotoseries waarin het begrip identiteit vanuit steeds een andere invalshoek mild spottend en met humor wordt bekeken en bevraagd. Wij hebben een leerzame en vermakelijke middag, met z’n tweeën. En als we eenmaal weer buiten in een mudvolle Haagse abri op een vertraagde bus staan te wachten, bekijken we de zich om ons heen verzamelende medemens met heel andere ogen.

Wij bezochten het retrospectief ‘Hans Eijkelboom, Identiteiten 1970 – 2017’ in het Haags Fotomuseum op zaterdag 6 januari 2018. Dat was de voorlaatste dag dat dat kon en dus nog net op tijd. Photonotebooks.com is de website van Hans Eijkelboom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten